|
||||||||
|
Ik weet om de dooie dood niet uit te leggen hoe het komt dat sommige artiesten in géén tijd tot elke playlist weten door te dringen en anderen jarenlang in de achtergrond blijven wroeten en nauwelijks verder komen dan een kleine niche van trouwe adepten. Malcolm MacWatt, Schot van herkomst, maar Amerikaan door figuurlijke adoptie, lijkt me tot de tweede categorie te behoren en, na ampele beluistering van zijn nieuwe plaat, vind ik dat een heus mysterie. Voorganger “Settler” kreeg dikke twee jaar geleden al lovende accolades van over heel de wereld en, wat mij betreft, mogen die na deze plaat nog wat in omvang toenemen. Waarom ik dat durf beweren? Wel, simpelweg omdat Malcolm iemand is, die in traditie geworteld is, maar, zoals het een echte folkie past, schijnbaar moeiteloos de stap naar het hedendaagse weet te zetten. Folkmuziek is per definitie een evoluerend geheel, dat probeert wat goed was uit het verleden mee te nemen, maar dat tegelijk de twee voeten in het leven van alledag in verhalen en muziek om te zetten. Qua vorm, grijpt MacWatt ook nu weer terug naar wat je gemakshalve “Appalachian en Celtic” zou kunnen noemen: zijn stem maakt meteen duidelijk dat hij uit de grote Schotse School stamt, terwijl zijn instrumentengebruik al even apert gebruik maakt van de Amerikaanse klassieke folk. Waar hij op zijn vorige plaat een beroep kon doen op medewerking van gevestigde waarden als Eliza Carthy, Gretchen Peters en Laura Cantrell, zijn het deze keer de grote Nathan Bell, Angeline Morrison en gitarist Pat Mac Manus die de honneurs waarnemen. Om bij Nathan Bell te beginnen: hij vertelt op de titeltrack samen met MacWatt een verhaal waar je niet goed van wordt. Op het Schotse eiland werd tijdens WO II in het geheim geëxperimenteerd met zaken als antrax en de “Dark Harvest” van de titel verwijst naar de activiteiten van een groep militanten die, in samenwerking met universiteiten, al even stiekem stalen nam van de vergiftigde bodem en daarmee een wel erg ongemakkelijke waarheid naar boven spitte. Het gitaarspel van Bell en zijn vertelstem maken dit mee tot een erg beklijvende song. Dat kan ook gezegd worden van de bewerking van Leadbelly’s Out On The Western Plain, dat velen zullen kennen vanwege de versie die Rory Gallagher op zijn “Against the Grain” plaat opnam en dat hier, mede door de slidegitaar van gewezen Mama’s Boy Pat McManus een heerlijke nieuwe lezing krijgt. Dat een song van net na de tweede wereldoorlog vandaag een dergelijke herlezing krijgt, illustreert helemaal hoe Malcolm blijkt te denken over folkmuziek. Derde gaste is Angeline Morrison, een heel bijzondere en veel te weinig bekende muzikante, die een drietal prachtplaten onder eigen naam heeft, maar, net als MacWatt, om onverklaarbare redenen, te zeer onder de radar blijft. Misschien kan haar inbreng op “Empire in Me” daar wat verandering in brengen, want ook dit is een song waar je instant kippenvel van krijgt. Door te focussen op deze drie songs -die qua sequencing geheel terecht in het centrum van de plaat geposteerd worden-, riskeer ik het iets te weinig over de overige elf liederen te hebben, maar de ruimte is wat beperkt. Hoe dan ook: als u de kans krijgt, luister dan eens naar “Buffalo Thunder”, of “Heather and Honey” en u begrijpt vast waarom ik deze plaat niks minder dan “briljant” durf te noemen. Dit is NU al één van de releases van dit prille Nieuwe Jaar ! (Dani Heyvaert)
|